Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [46]Verkoos ik hun weg, zo zat ik [47]bovenaan, en woonde [48]als een koning onder de benden, als een, die treurigen vertroost. 46. Dat is, indien ik vanzelf bij hen ging om hen te bezoeken en met goed onderwijs, raad of troost te vermaken en stichten. 47. Hebreeuws, het hoofd; of, [aan het hoofd]. 48. Hij wil zeggen dat hij niet alleen geducht was als een koning om zijn autoriteit, maar ook bemind en begeerd als een vertrooster der bedroefden om zijne vriendelijkheid en weldadigheid.